Op zaterdag 20 januari 2024 vond wederom de wintertelling plaats van de vleermuizen op Fort bij Rijnauwen. Al sinds de jaren ’80 worden de aantallen vleermuizen op het fort bijgehouden.
Om 09.00 uur arriveerden alle tellers van de Zoogdiervereniging. Na even koffie te hebben gedronken werd het telplan uit de doeken gedaan door Zomer Bruijn, de telleider. Jaar in, jaar uit wordt geteld volgens een vast protocol van het Meetprogramma Wintertellingen Vleermuizen. Deze handleiding omschrijft precies op welke wijze moet worden geteld.
Gelukkig bestond de groep uit ervaren tellers. De gedragsregels werden met elkaar herhaald, zodat verstoringen van de beschermde dieren worden voorkomen. Ook kregen de tellers aanwijzingen voor hun eigen veiligheid. De standaard wijze van tellen zorgt ervoor, dat de verkregen gegevens steeds vergelijkbaar zijn en blijven.
De groep werd daarna in subgroepen opgesplitst, telformulieren uitgedeeld, waarna we aan de slag gingen.
’s Morgens de hoofdkazerne met alle gebouwen zoals flankbatterijen, caponniere, slaapzalen en remises en ’s middags het reduit, het kleine fort, waar elk jaar de meeste vleermuizen in winterslaap te vinden zijn.
Alle in Nederland voorkomende vleermuizen houden een winterslaap. Het zijn namelijk allemaal insecteneters en die zijn er in de winter nauwelijks. Sommige soorten overwinteren op plekken waar tellingen niet of nauwelijks mogelijk zijn, zoals boomholtes of spouwmuren van huizen. Er zijn echter ook soorten die overwinteren in ruimten die voor de mens beter toegankelijk zijn, zoals bunkers, (ijs)kelders en forten.
Op Fort bij Rijnauwen komen elk jaar 5 soorten voor in grotere aantallen. Daarnaast komen exemplaren van de restgroep voor, die bestaat uit 4-5 soorten. Dit jaar hebben we de volgende soorten gevonden: gewone baardvleermuis, franjestaart, watervleermuis, gewone grootoorvleermuis en de gewone dwergvleermuis.
Op naam brengen
Bij het op naam brengen kijk je naar de snoet (kleur, bobbels, vorm, beharing), vachtkleur van de buik en de rug, lichaamsgrootte, vorm, grootte en stand van de oren en naar de grootte van de voeten. Een watervleermuis heeft de grootste voeten, omdat hij de insecten van het wateroppervlak moet kunnen pakken. De dwergvleermuis is de gemiddeld de kleinste en heeft een donkere snoet, net zoals de wat grotere baardvleermuis. Bij die laatste staan de oren in een hoek van 90°, terwijl de oren bij de watervleermuis in een hoek van 120° staan. De Franjestaart heeft een witte buik en spatelvormige oren. De grootoorvleermuis doet zijn naam eer aan met echt enorme oren, die overigens in winterslaap keurig onder zijn vleugels zijn gevouwen.
Resultaat winter 23/24
Er is (gelukkig) weer een grote groep vleermuizen geteld dit jaar: in totaal 453 stuks! Ook in deze winter blijkt het fort blijkt weer een goede overwinteringsplaats te zijn voor deze beschermde zoogdieren. De gegevens worden bijgehouden door de Zoogdiervereniging en opgenomen in het Monitorrapport Biodiversiteit van het fort.
Vleermuisexcursies in september
Helaas is het fort gesloten i.v.m. de winterrust van de vleermuizen maar in het groeiseizoen in september worden elk vleermuisexcursies in de avond gehouden. Na een kleine toelichting in Flankbatterij 4 (m.b.v. de expositie) ga je in kleine groepjes onder leiding van een natuurgids zelf op expeditie. Met een ‘batdetector’ (apparaat dat het ultrasone geluid van vleermuizen vertaalt naar een voor ons hoorbare frequentie) gaan we de verschillende soorten op naam brengen. Meestal zien en horen we rosse vleermuizen (‘vroegvliegers’), watervleermuizen en dwergvleermuizen en als we geluk hebben: wie weet?
Houdt de websites van het fort en de Vrienden in de gaten voor de aankondiging van de vleermuisexcursies.
Vooraf opgeven is verplicht. Wees er snel bij want ook deze excursies zijn zeer populair.
Cees de Jong