Op vier zaterdagmiddagen in oktober 2024 organiseerden Vrienden van Fort bij Rijnauwen, Vrienden van Amelisweerd en Fort bij Vechten gezamenlijk een cursus paddenstoelen. Liefst 28 enthousiastelingen tekende hierop in. Zij kregen veel informatie van de gidsen Emma van den Dool, Bert Tolsma, Jaap Wisman van de Nederlandse Mycologische Vereniging en specialist Peter-Jan Keizer die tevens op de eerste middag een inleiding hield. Onderstaand artikel geeft een persoonlijke impressie van Ben Hermans, een van de cursisten. Een volledige lijst van soorten is verkrijgbaar bij dejongcees11@gmail.nl
De poëzie van paddenstoelen, een impressie van de paddenstoelencursus
Ben Hermans
Meteen tijdens de introductie benadrukte Peter-Jan dat een loupe handig is en dat je paddenstoelen mag plukken, en dat je ze ook kunt ruiken en proeven, maar nooit moet slikken! Tijdens de drie excursies gingen we direct het veld in: op fort bij Rijnauwen, landgoed Amelisweerd en op fort bij Vechten.
Vrijwel meteen was mijn indruk: ’waar begin ik aan’? Paddenstoelen zijn het topje van de ijsberg. Eronder zitten duizenden onzichtbare schimmeldraden en de paddenstoelen zelf zijn maar kort zichtbaar en voor een precieze determinatie moet je vaak de sporen en lamellen onder de microscoop leggen. Het is dus gauw specialistenwerk. Bovendien, in Nederland zijn liefst zo’n 5.000 soorten bekend en er komen er nog steeds bij.
En toch kun je paddenstoelen leren herkennen. Als je maar weet wat je niet weet. Daar waren alle gidsen van de cursus eerlijk en open over. Gelijk op de eerste excursiedag troffen we een overvloed aan soorten in Amelisweerd. Nooit geweten hoeveel verschillende paddenstoelen daar in de bossen en langs eikenlanen te ontdekken zijn. Van de forse kleibosrussula tot de heel kleine geweizwammetjes. Prachtige namen ook!
Fort bij Vechten gaf hetzelfde beeld. Geholpen door de warmte en vochtigheid verschenen daar weer andere soorten, op stammen van gezaagde essen en in opslagplaatsen van dood hout. Deze zogenoemde saprofyten leven van dood hout. Ik noteerde bundelzwammen, mosklokjes, zwavelkopjes en nog veel meer.
De laatste excursie speelde zich af op een warme herfstdag op fort Rijnauwen. De zoektocht in het gras van het terreplein naar verborgen levende en nog goeddeels onbegrepen soorten als wantsenwasplaat en helmsatijnzwam was spannend. “We weten niet wat ze doen, ze zijn er gewoon”, zei onze gids. Maar het gras was wel te lang en moest dringend gemaaid en afgevoerd worden. Een paar dagen later gebeurde dat gelukkig ook.
Het spectaculaire hoogtepunt van deze excursie en misschien wel van de hele cursus was de eikenlaan waar de samenwerking van bomen en mycorriza ons in een eldorado van paddenstoelen bracht. Rode koolzwammetjes en de zeldzame olijfslijmkop stonden er naast prachtvlamhoed, gordelgordijnzwam en varkensoor. En er was nog veel meer. Wat een feest, maar hoe kun je al die paddenstoelen onderscheiden?
Er leek geen eind te komen aan de veelheid van soorten en namen. Toch begonnen sommigen in mijn groep in dezelfde eikenlaan onderscheid te maken tussen fopzwammen, franjehoeden en mycena’s. Zelf heb ik niet de illusie dat ik ooit de verschillen tussen al die paddenstoelen kan onthouden. Wat ik wel in de cursus heb geleerd is om je zintuigen te gebruiken om de schoonheid van paddenstoelen te ontdekken. En ja, sommige zijn zo mooi of leuk om te zien met al die namen die als poëzie klinken.
Bedankt Emma, Bert, Jaap en Peter-Jan!