Fort bij Rijnauwen staat bekend als het natuurfort van Staatsbosbeheer. Boven de balie in het nieuw ingerichte Wachtgebouw van het fort staat dan ook de slogan: ‘Natuurfort vol geheimen’.
In de vorige Nieuwsbrief van de Vrienden hebben we het kort gehad over de monitoring van de prachtige fortnatuur. In het kader van de extra bestemmingsruimte die door de gemeente Bunnik voor de komende 10 jaar aan SBB wordt geboden is overeengekomen juist extra op de fortnatuur te letten. Met de Vrienden is afgesproken dat met ingang van de zomer 2022 wordt gestart met het Monitorprogramma Biodiversiteit. Onder de regie van boswachter ecologie Bert van Dijk en coördinator Cees de Jong is een plan van aanpak opgesteld en in werking gezet.
Belangrijk onderdeel van het plan is het Monitorprogramma Biodiversiteit, waarmee de soortenrijkdom (of biodiversiteit) van alle soortgroepen van het fort in kaart wordt gebracht. Denk aan mossen en korstmossen, reptielen, vogels, planten, vissen, maar ook aan vleermuizen en de andere ca. 20 zoogdieren van het fort en niet te vergeten vlinders, bijen, hommels, libellen, sprinkhanen, noem maar op. Het fort barst van de natuur!
De kracht van het monitorprogramma wordt geleverd door het onderzoek van de officiële soortorganisaties. Zij werken al jaren met elkaar samen binnen het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) in Nederland en leveren gestandaardiseerd, degelijke onderzoeksmethoden en resultaten. Op die gegevens kun je bouwen! Met deze gegevens kan het fort optimaal worden beheerd en de natuur beter worden beschermd. Staatsbosbeheer heeft de afgelopen jaren al veel basisgegevens verzameld en inventarisaties laten uitvoeren. Ook deze gegevens worden meegenomen. Inmiddels komen al bijna alle soortorganisaties actief op het fort, zoals de Vlinderstichting, SOVON (broedvogels), Zoogdiervereniging, RAVON (vissen, reptielen & amfibieën), KNNV-werkgroep BLWG (mossen en korstmossen), NMV (paddenstoelen), NMV (slakken), FLORON (hogere planten).
In het najaar wordt op basis van alle waarnemingen een eerste overzichtsrapport opgesteld, waarna in de winterperiode alle betrokken soortorganisaties samen komen voor een eerste evaluatie met als doel het beheer weer bij te stellen en te verbeteren. Deze cyclus wordt de komende jaren voortgezet. In de volgende Nieuwsbrief van de Vrienden wordt een aantal resultaten gepresenteerd.
Cees de Jong